Uitgeprobeerd (2) – november 2023

Dit is een bijdrage in de rubriek Uitgeprobeerd en is gereviewd door de hoofdredactie

Curriculumontwikkeling maatschappijleer in de bovenbouw van het tweetalig vwo

Hoe een curriculumvernieuwing binnen het vak maatschappijleer tot een internationaal vergelijkend perspectief kan leiden.

In deze bijdrage wordt een curriculumvernieuwing beschreven op een school voor tweetalig onderwijs in Zuid-Holland. Het betreft de vierde en vijfde klas van het tweetalige vwo (talen: Nederlands en Engels). De vakvernieuwing vond plaats vanuit het vak maatschappijleer en de docenten die dat vak geven en ontwerpen. Met deze vernieuwing werd geprobeerd om leerlingen de staatsinrichting en sociale en politieke uitdagingen van Nederland in een internationaal perspectief te plaatsen.

Eerst wordt de aanleiding beschreven en vervolgens komt het proces van de vakvernieuwing aan de orde. De eerste fase in dit proces was gericht op het verkennen van de mogelijkheden om een internationaal gecertificeerd Engelstalig vak aan te bieden waarin de staatsinrichting en sociale en politieke uitdagingen in Nederland in internationaal perspectief wordt geplaatst. In de tweede fase kwam meer aandacht voor het aanleren van de schriftelijke analysevaardigheden. Deze twee ontwikkeldoelen worden vervolgens toegelicht en wordt de inhoud van het nieuwe vak beschreven. Het vak heet Global Politics en wordt ook nu nog aangeboden. Tot slot worden wensen van de vakgroep voor de toekomst benoemd.

Errol Ertugruloglu (docent maatschappijleer, Global Politics en Global Perspectives, Wolfert Tweetalig in Rotterdam, promovendus Universiteit Leiden)


Context
In Nederland bieden de meeste scholen het vak maatschappijleer in een jaar aan en hebben de leerlingen twee uur per week les. Alle leerlingen doen examen in het vak maatschappijleer (schoolexamens), omdat het deel uitmaakt van het gemeenschappelijke deel van het vakkenpakket.
Een belangrijk doel van het vak is om een bijdrage te leveren aan burgerschapsvorming. Het vak ‘richt zich op de participatie van burgers in de samenleving en de daarbij behorende rechten en plichten’ (SLO, 2023)[1]. Het vak richt zich op kennis van de democratische rechtsstaat en de rol die de burger daar in speelt. In het Handboek Vakdidactiek Maatschappijleer zijn drie doelstellingen voor het vak geformuleerd: politieke en maatschappelijke geletterdheid, politiek en maatschappelijk oordeelsvermogen en het vermogen tot politieke en maatschappelijke participatie (Olgers et al., 2014). Maatschappijleer verschilt van het vak maatschappijwetenschappen, dat een keuzevak is in de bovenbouw van de havo en het vwo. Leerlingen doen daarin centraal schriftelijk eindexamen. Voor maatschappijwetenschappen geldt een ander examenprogramma en begeleidende syllabus (zie College voor Toetsing en Examens, 2023b en 2023c).
Op de school waar deze vakvernieuwing plaatsvond krijgen leerlingen aanzienlijk meer les in het vak Global Politics (het vernieuwde vak maatschappijleer) dan voor maatschappijleer gebruikelijk is. Leerlingen krijgen namelijk twee schooljaren lang drie uur per week les in het vak. Er ontstaat daardoor ruimte om extra doelen na te kunnen streven. De vakvernieuwing vond plaats voor de leerlingen in de vierde en vijfde klas van het tweetalige vwo, per leerlaag ongeveer 150 leerlingen.

Aanleiding
Vanuit de schoolleiding was er de wens om met het curriculum vooruit te lopen op de Kwaliteitsstandaard tweetalig onderwijs 2.0 (hierna: kwaliteitsstandaard) (Nuffic, 2019). In deze kwaliteitsstandaard zou de component ‘wereldburgerschap’ worden opgenomen, waarin onder meer werd gesteld dat docenten de internationale context en actualiteit in hun onderwijs verwerken en gebruik maken van authentieke Engelstalige bronnen die voor leerlingen geschikt zijn (Nuffic, 2019).

Verkenning en ontwerpfase 1
De wens om aan te sluiten bij de kwaliteitsstandaard leidde bij de schoolleiding concreet tot drie ontwikkelcomponenten. Deze componenten waren het aanbieden van een:

  1. Engelstalig vak
  2. waar een internationaal erkend certificaat aan is gekoppeld
  3. waarin de Nederlandse samenleving in een internationaal perspectief wordt geplaatst.

Maatschappijleer wordt op de meeste tweetalige scholen in Nederland in het Engels gegeven. Dit heeft voor een aanzienlijk deel te maken met het feit dat Nuffic, de organisatie die verantwoordelijk is voor de accreditatie van tweetalige scholen, verwacht dat tweetalige scholen een deel van de vakken in de bovenbouw aanbieden in het Engels (Nuffic, 2019, p. 4). Omdat maatschappijleer in de bovenbouw een verplicht vak is voor alle leerlingen en omdat het niet leidt tot een Nederlandstalig centraal schriftelijk eindexamen (maar afgerond wordt met schoolexamens), lag het voor de hand om voor dit vak te kiezen om in het Engels aan te bieden. Ook op deze school werd het vak al aangeboden in het Engels.
De docent die maatschappijleer in het Engels gaf, had al een aantal keer bij het management aangegeven te willen verkennen of het vak meer aan zou kunnen sluiten op maatschappijvakken die binnen het internationale onderwijs worden aangeboden. Tijdens verkennende gesprekken tussen het management en de docent bleek dan ook dat maatschappijleer het meest voor de hand lag om deze vernieuwing te dragen. Zodoende werd de vernieuwing ingezet, die uiteindelijk zou leiden tot Global Politics, een vak dat wordt aangeboden in het Engels en inhoudelijk een meer internationaal georiënteerde versie van maatschappijleer is.
Om te komen tot een vak waarin de Nederlandse samenleving in internationaal perspectief wordt geplaatst, ging de school op zoek naar een curriculum waarin ‘vergelijken’ niet een onderdeel van het curriculum is, maar de methode die de inhoud van het vak vormgeeft. Na een periode waarin werd geëxperimenteerd met verschillende vormen, deed de vakgroep aan het einde van schooljaar 2018-2019 het voorstel om het curriculum voor maatschappijleer te combineren met het programma van Comparative Government (hierna: Compgov). De vakgroep had hier zelfstandig onderzoek naar gedaan en vervolgens een voorstel gepresenteerd dat direct enthousiast werd overgenomen door de schoolleiding. Het vak is in die vorm van start gegaan in schooljaar 2019-2020.
Er is dus gekozen voor het invoegen van het programma Compgov. Dat vak wordt aangeboden door het Noord-Amerikaanse Advanced Placement Program. Deze organisatie ontwikkelt vakken en toetsing op bachelor niveau voor middelbare scholieren. Binnen Compgov staat de vergelijkende methode centraal en worden de staatsinrichting en politieke en sociale uitdagingen van zes landen met elkaar vergeleken. Compgov richt zich voornamelijk op geletterdheid en oordeelsvermogen. Dit sluit dus mooi aan op de doelen van maatschappijleer. 

AP Comparative Government and Politics is een inleidend vak op universitair niveau in vergelijkende  politiek. Het vak maakt gebruik van een vergelijkende aanpak om de politieke structuren, het beleid en de politieke, economische en sociale uitdagingen van zes landen te onderzoeken. De zes landen die op dit moment vanuit het vak zijn geselecteerd, zijn: China, Iran, Mexico, Nigeria, Rusland en het Verenigd Koninkrijk. Leerlingen vergelijken de effectiviteit van de aanpak van veel mondiale problemen door te onderzoeken hoe verschillende regeringen vergelijkbare problemen oplossen. Ze verdiepen zich ook in schriftelijke analysevaardigheden, waarbij ze gegevens moeten lezen en interpreteren uit kwantitatieve data en tekstbronnen, ze moeten vergelijkingen maken en concepten kunnen toepassen. Leerlingen onderzoeken onderwerpen zoals macht, legitimiteit, stabiliteit, democratisering, interne en externe factoren aan de hand van de vergelijkende methode. Zodoende ontwikkelen zij hun begrip van politiek. (Advanced Placement College Board, 2020, p. 7).​​​

Aan zes landen die bij Compgov centraal staan, voegt de vakgroep Nederland toe. Zo leren leerlingen de staatsinrichting en politieke en sociale uitdagingen van Nederland in internationaal perspectief te plaatsen. Bij deze uitdagingen kan gedacht worden aan verduurzaming, vergrijzing en vreedzame en minder vreedzame overdracht van de macht.

Feedback, reflectie en ontwerpfase 2
De eerste verkenning leidde tot de concrete ontwikkeling van Global Politics. Allereerst moesten de inhouden van maatschappijleer en Compgov met elkaar worden gecombineerd, zodat er een vak ontstond waarin het politieke systeem en de sociale en politieke uitdagingen van Nederland systematisch worden vergeleken met andere landen. Door Nederland systematisch in internationaal perspectief te plaatsen, wordt het mogelijk om gebruik te maken van authentieke Engelstalige bronnen. Daarmee kunnen internationale contexten en de actualiteit centraal worden gesteld in het onderwijs dat gegeven wordt.
De afgelopen jaren zijn docenten met deze ontwikkelingen aan de slag gegaan.
In het eerste van de twee jaren ligt binnen Global Politics de nadruk op de inhoud uit het examenprogramma maatschappijleer: domeinen A tot en met E (zie onderstaand overzicht). Het betreft de vaardigheden en de domeinen rechtstaat, parlementaire democratie, verzorgingsstaat en pluriforme samenleving (College voor Toetsing en Examens, 2022). De Nederlandse context wordt daarbij constant in vergelijking gebracht met omringende en verder weg gelegen landen, zoals India en de Verenigde Staten.
Door de deelname aan de examens voor Compgov in het tweede jaar dat Global Politics wordt aangeboden (de vijfde klas), werd de vakgroep zich bewust van de noodzaak om expliciet aandacht te geven aan schriftelijke analysevaardigheden. In dat examenprogramma ligt de nadruk namelijk sterk op die vaardigheden. De door leerlingen gemaakte Compgov-examens worden opgestuurd en door een externe examinator nagekeken. Uit feedback die de vakgroep kreeg,  werd opgemaakt dat er in de lessen meer aandacht gegeven moest worden aan deze schriftelijke analysevaardigheden. Leerlingen moeten namelijk laten zien dat zij verschillende contexten met elkaar kunnen vergelijken. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar het vraagt veel werk. Leerlingen moeten namelijk allereerst contexten kunnen beschrijven, deze contexten met elkaar in verband brengen en ze vervolgens analyseren. Vervolgens moeten leerlingen in staat zijn om dit schriftelijk te verwerken. De taal die nodig is om stellingen en argumenten te verwoorden, is niet vanzelfsprekend aanwezig bij de leerlingen. Met aandacht voor die taal, wilden de docenten leerlingen niet alleen in staat stellen om de contexten te verkennen, maar deze ook te beschrijven. Dit leidde daarom tot de tweede ontwerpfase, die inmiddels ook is geïmplementeerd.
In het huidige onderwijs wordt nu ruimschoots aandacht besteed aan schriftelijke analysevaardigheden, naast het kunnen noemen van voorbeelden en het uitleggen van verbanden. Van leerlingen wordt gevraagd om te oefenen met schrijven, in voorbereiding op het Compgov-examen. Ook oefenen ze in twee praktische opdrachten met de schriftelijke analysevaardigheden. Voor de eerste opdracht schrijven ze een etnografisch onderzoek, waarin ze mensen observeren en de situatie analyseren aan de hand van de begrippen macht, normen en waarden. Ook wordt ze gevraagd om te reflecteren op hun eigen normen en waarden en aan te geven hoe deze de observatie en analyse beïnvloeden. Voor de tweede opdracht schrijven ze een essay, waarin ze een maatschappelijk probleem analyseren. De leerlingen verzamelen bronnen zodat ze twee verschillende perspectieven op een probleem kunnen analyseren en beschrijven. Vervolgens gebruiken ze deze analyse om een oplossing voor het probleem te formuleren. Door deze twee opdrachten proberen docenten leerlingen kennis te laten maken met meer descriptieve, analytische en persuasieve manieren van schrijven.
Het overzicht hieronder laat de inhoud van Global Politics zien. De examendomeinen van maatschappijleer zijn daarin aangevuld met doelen vanuit Compgov.

Domeinen maatschappijleer examenjaar 2024

Aanvullende doelen

Vaardigheden (subdomeinen A1 en A2)

Informatievaardigheden waarin de leerling laat zien dat ze informatie kunnen verwerken en een stelling zowel mondeling als schriftelijk kunnen nuanceren, verdedigen en bestrijden en gebruik kunnen maken van argumentatievaardigheden; Benaderingswijzen waarin leerlingen concrete maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen kunnen analyseren en daarbij gebruik maken van relaties met en waarden van de rechtsstaat, parlementaire democratie, verzorgingsstaat en pluriforme samenleving (College voor Toetsing en Examens, 2023a, p. 20).

Schriftelijke analysevaardigheden; centrale rol voor het kunnen vergelijken tussen landen (Advanced Placement College Board, 2020, p. 16)

Aan de vaardigheden uit het maatschappijleercurriculum worden schriftelijke analysevaardigheden en de vergelijkende methode toegevoegd. Daarnaast moeten leerlingen zelf stellingen formuleren en voorbeelden uit de zes landen gebruiken om een essay te schrijven waarin zij de stelling verdedigen, bestrijden en nuanceren.

Domeinen maatschappijleer examenjaar 2024

Aanvullende doelen

Rechtsstaat (subdomeinen B1-B3)

Vrijheidsrechten, plichten en de beginselen en praktijk van de rechtsstaat. Leerlingen kunnen onder andere de rechtsstaat van Nederland vergelijken met die van andere landen en voorbeelden geven van internationale invloed op het Nederlandse beleid (College voor Toetsing en Examens, 2023a, p. 21).

Inrichting en uitdagingen van het rechtssysteem in China, Iran, Mexico, Nigeria, Rusland en het Verenigd Koninkrijk (hierna de zes landen) (Advanced Placement College Board, 2020, p. 20)

De Nederlandse rechtsstaat wordt systematisch vergeleken met rechtssystemen van andere landen.

Domeinen maatschappijleer examenjaar 2024

Aanvullende doelen

Parlementaire democratie (subdomeinen C1-C3)

Politieke rechten en de structuur van democratie. Leerlingen kunnen onder andere de praktijk van de parlementaire democratie beschrijven en analyseren. Ze kunnen aangeven welke gevolgen de vorming van de Europese Unie heeft voor de politieke rechten van de Europese burger. (College voor Toetsing en Examens, 2023a, p. 22)

Inrichting en uitdagingen van besluitvormingssystemen in de zes landen (Advanced Placement College Board, 2020, p. 20-21)

Het Nederlandse parlementaire systeem wordt systematisch vergeleken met besluitvormingssystemen in andere landen.

Domeinen maatschappijleer examenjaar 2024

Aanvullende doelen

Verzorgingsstaat (subdomeinen D1-D4)

De geschiedenis, kenmerken en praktijk van de verzorgingsstaat. Leerlingen kunnen onder andere sociale rechten en plichten toepassen en analyseren en vergelijkingen maken tussen de Nederlandse verzorgingsstaat en die van andere landen (College voor Toetsing en Examens, 2023a, p. 22)

Inrichting van sociale voorzieningen en de uitdagingen voor de inrichting in de zes landen (Advanced Placement College Board, 2020, 2020, p. 21)

De manier waarop in Nederland de verzorgingsstaat is georganiseerd en wordt afgebroken, wordt vergeleken met de inrichting van sociale voorzieningen in andere landen.

Domeinen maatschappijleer examenjaar 2024

Aanvullende doelen

Pluriforme samenleving (subdomeinen E1-E5)

De geschiedenis, kenmerken en praktijk van de pluriforme samenleving. Leerlingen kunnen onder andere de grondrechten die horen bij de pluriforme samenleving analyseren en de gevolgen van Europese integratie voor de Nederlandse cultuur en identiteit aangeven (College voor Toetsing en Examens, 2023a, p. 22-23).

Inrichting van de samenleving en de uitdagingen voor de zes landen (Advanced Placement College Board, 2020, p. 21)

De manieren waarop er met verschillen wordt omgegaan in Nederland, wordt vergeleken met de inrichting van de samenleving in andere landen.

Samengevat: twee ontwikkelfases met specifieke doelen
De twee ontwikkelfases hadden elk specifieke doelen. In de eerste fase stond het wereldburgerschap centraal, zoals het Nuffic dat heeft opgenomen in de kwaliteitsstandaard. De standaard schrijft inhoudelijk geen vorm van wereldburgerschap voor, maar vraagt scholen om zelf een visie op wereldburgerschap te ontwikkelen. In die visie kunnen zij vier elementen opnemen: houding, kennis, vaardigheden en waarden. De school wilde met het nieuwe vak bijdragen aan de invulling van wereldburgerschap op deze school, door drie elementen in de visie op te nemen. Bij het element kennis gaat het om de staatsinrichting en politieke en sociale uitdagingen van Nederland en andere landen. Het element vaardigheden wordt vormgegeven door de vergelijkende methode. Deze vergelijkende methode stelt leerlingen in staat om verschillende contexten met elkaar in verband te brengen. Het derde element betreft de houding. Door die vergelijking worden leerlingen die in een democratie leven geconfronteerd met andere vormen van staatsinrichting. Zo zien ze hoe de Nederlandse staatsinrichting zich verhoudt tot die van andere democratische en ondemocratische landen. Om te weten wat het is om democratisch te zijn, moet je namelijk ook weten wat het betekent om ondemocratisch te zijn en welke risico’s dat met zich meebrengt. Met die kennis en vaardigheden hoopt de school dat leerlingen een democratische staatsinrichting leren waarderen (het derde element: de houding). In de tweede ontwikkelfase stonden de schriftelijke analysevaardigheden centraal. 

Zin in de toekomst
Door leerlingen deel te laten nemen aan het Compgov-examen krijgen zij een internationaal erkend certificaat. Aandacht voor de schriftelijke analysevaardigheden is daarbij noodzakelijk gebleken. Door bezig te zijn met die vaardigheden, is bij de vakgroep de vraag ontstaan welke schriftelijke vaardigheden aandacht zouden moeten krijgen. Het Compgov-examen maakt dat het voor de hand ligt om in ieder geval aandacht te geven aan de vaardigheden die op dit examen worden getoetst. Echter, door schrijfvaardigheid alleen te bezien vanuit het perspectief van dit examen, ontneem je leerlingen de kans om kennis te maken met andere vormen van schrijven.
Daarnaast houdt de vakgroep zich bezig met de vraag wat wereldburgerschap nu eigenlijk zou moeten zijn. Op dit moment is de invulling die aan wereldburgerschap gegeven wordt namelijk redelijk institutioneel. Het gaat om het kunnen beschrijven en analyseren van het optreden van de overheid en hoe burgers zich tot deze overheid verhouden. Er zijn echter ook andere invullingen van burgerschap mogelijk, waarbij het idee centraal staat hoe je je als mens tot anderen verhoudt (zie bijvoorbeeld Biesta, 2015; Säfström, 2023), of de meer zakelijke benadering van Van der Ploeg (2015) waarin leerlingen kennis nemen van verschillende opvattingen over burgerschap. Tot slot kan worden gedacht aan een opvatting van burgerschap waarin leerlingen zich niet alleen tot andere mensen, maar meer in een post-humanistische traditie tot een ontvouwende wereld leren verhouden (zie bijvoorbeeld Braidotti, 2013). 
Tenslotte wordt door de vakgroep erg uitgekeken naar de landelijke vakvernieuwing voor het vak maatschappijleer. De eerste berichten daarover stemmen hoopvol en het lijkt er op dat de nieuwe concept-eindtermen zowel verdiepend als verbredend zijn ten opzichte van de huidige.
Er is dus veel ruimte voor ontwikkeling van het vak. Het is een uitdaging om binnen kaders te werken aan burgerschap, dat zich soms juist buiten die kaders afspeelt. De vergelijkende methode waarin een expliciete rol is weggelegd voor schrijfvaardigheid, biedt echter ook kansen. Leerlingen gaan namelijk aan de slag met schrijfaardigheid, geven betekenis aan de Nederlandse staatsinrichting en vergelijken deze al gaandeweg met die van andere landen. Het blijft zoeken naar de balans, maar op dit moment stelt de vakgroep met recht dat hun onderwijs over de landsgrenzen heen kijkt en dat leerlingen daardoor beter begrijpen hoe Nederland zich tot de rest van de wereld verhoudt. En dat is alvast winst.

Het Advanced Placement programma heeft een aantal suggesties voor lesactiviteiten en voorbeelden van toetsvragen vrijgegeven. Deze zijn te vinden op: https://apcentral.collegeboard.org/courses/ap-comparative-government-and-politics.

Literatuur
Advanced Placement College Board, 2020. AP Comparative Government and Poltics Course and Exam Description. https://apcentral.collegeboard.org/courses/ap-comparative-government-and-politics

Biesta, G. J. (2011). Good education in an age of measurement: Ethics, politics, democracy. London/New York: Routledge.

Braidotti, R. (2013). The Posthuman. Cambridge: Polity Press.

College voor Toetsing en Examens, (2023a) Examenprogramma Maatschappijleer VWO. https://www.examenblad.nl/system/files/2007/exprog/havovwo/mijleer_vwo.pdf  

College voor Toetsing en Examens, (2023b) Syllabus Centraal Examen Maatschappijwetenschappen HAVO. https://www.examenblad.nl/system/files/2022/syllabi/syllabus_maatschappijwetenschappen_havo_2024_versie_2.pdf  

College voor Toetsing en Examens, (2023c) Syllabus Centraal Examen Maatschappijwetenschappen VWO. https://www.examenblad.nl/system/files/2021/syllabi/maatschappijwetenschappen_vwo_2024_versie_2.pdf 

Nuffic (2019). Kwaliteitsstandaard tweetalig onderwijs 2.0. https://www.nuffic.nl/onderwerpen/onderzoek-naar-tweetalig-onderwijs/ 

Olgers, T., van Otterdijk, R., Ruijs, G., de Kievid, J., Meijs, L. (2014) Handboek vakdidactiek maatschappijleer, Amsterdam/Den Haag: Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken/Prodemos.

Van der Ploeg, P. (2015). Burgerschapsvorming anders: een pleidooi voor zakelijk onderwijs. Pedagogiek35(3), 285-298.

Säfström, C. A. (2023). Some notes on the necessity of autonomous educational practice and two concerns. Policy Futures in Education, 21(3), 275-285.

Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) (2020) Afstemming met Maatschappijleer, Handreiking SE Maatschappijwetenschappen, https://www.slo.nl/handreikingen/havo-vwo/handreiking-se-maatschwet-hv/afstemming-vakken/afstemming-maatschappijleer/

[1] Op dit moment wordt in de landelijke Vakvernieuwingscommissie gewerkt aan een voorstel voor nieuwe concept-eindtermen van het examenprogramma maatschappijleer (https://www.actualisatie-examenprogrammas.nl/maatschappijleer).